Voorbereiding tentoonstelling
Deel 1
Dit artikel werd in de BVA uitgave juni 2007 gepubliceerd en omschrijft een mogelijke voorbereiding van de BVA show. Deze werkwijze is perfect te gebruiken bij andere tentoonstellingen.
Gezien de vijftiende editie van Lovebird International 2007 met rasse schreden nadert, wordt het ook stilaan tijd, indien we willen deelnemen, om ons te gaan voorbereiden op dit evenement. Voor sommige de normaalste zaak van de wereld, voor anderen een periode vol twijfels en slapeloze nachten. Maar ik wil mij nu vooral richten tot die personen welke voor de eerste keer willen deelnemen.
Iedereen is trouwens welkom en men hoeft zeker niet een gerenommeerd kweker te zijn om deel te nemen aan deze wereldshow. Vorige editie zijn er ook liefhebbers geweest die voor het eerst deelnamen en tot hun grote verbazing zelfs enkele grote prijzen in de wacht sleepten.
Dit artikel geldt natuurlijk ook voor liefhebbers die niet aangesloten zijn bij de BVA en heel toevallig dit boekje in hun bezit hebben kregen. Ook zij zijn welkom als deelnemer op onze show en kunnen groepswinnaar of zelfs hoofdgroepwinnaar worden. Hun mogelijke hoofdgroepwinnaars zullen dan ook in de BVA editie van oktober afgebeeld worden. Als blijk van erkentelijkheid zullen zij zich dan wel aansluiten bij de BVA.
Belangrijk bij deze tentoonstelling is dat we ons goed gaan voorbereiden en gezien het voor sommige de eerste keer is, gaan we dat ook goed aanpakken. Dus eerst alle ‘ja maars‘ opbergen en onze rugzak vol met motivatie aantrekken, want dat is toch een van de belangrijkste aspecten om te slagen in de voorbereidingen.
Goed, er zijn wel van die straffe liefhebbers die even het schepnet pakken, en snel enkele agaporniden uit hun volière scheppen om ze een uurtje later naar de tentoonstelling te brengen. Zo zijn er ook ieder jaar bezoekers die thuis veel mooiere agaporniden hebben zitten, maar om een of andere verzinsel niet willen, maar vooral niet durven deelnemen. Enfin, ieder heeft wel zijn verhaal, al dan niet waar. Maar alleen al deelnemen aan deze show is zonder meer een bewijs dat je durf en lef bezit.
Onze eerste actie die we ondernemen is, voor iedere potentiële tentoonstellingskandidaat, een fiche aan te leggen waar we alles op kunnen noteren. Zo kan je de evolutie van deze agaporniden goed opvolgen. Nadien kan dit zelfs dienen als leidraad voor de komende jaren en kun je steeds naar eigen behoefte aanpassen. Zo kan je bijvoorbeeld vaststellen dat sommige agaporniden sneller in conditie zijn of sneller aangepast geraken aan het leven in een kleinere kooi.
Deze gegevens zijn achteraf belangrijk zijn om toekomstige kweekkoppels samen te stellen. Tijdens de kweek is het namelijk ook belangrijk, vooral als deze tentoonstellingsgericht is, om koppels samen te stellen die een goede conditie hebben, rustig van aard zijn, een goed formaat hebben, enzovoorts.
Een eerste rubriek die we op onze fiche vermelden, is de bevedering. We maken aantekeningen over de staat van vleugeldek, buikzijde, staart en kop. Door dit wekelijks te evalueren en door de nodige commentaar op de fiche te zetten, wordt vrij snel duidelijk of onze showvogel vorderingen maakt of misschien niet geschikt is als tentoonstellingsvogel.
Kijk dus straks eens rustig naar je agaporniden en zoek eens naar die welke volgens jou een mooie bevedering hebben. Vang ze even uit en bekijk ze eens van dichtbij. Open vleugels en staart om vast te stellen of alle veren nog ongeschonden zijn. Als dit in orde blijk te zijn, dan hebben we mogelijk onze eerste tentoonstellingsagaporniden. Mochten er beschadigde veren zijn, dan is het nu de tijd om actie te ondernemen.
Neem een klein schaartje en knip deze in het middendoor. De ingekorte veren gaan we na een tiental dagen verwijderen. Dit doen we door de geknipte veer tussen duim en wijsvinger nemen en deze met een korte ruk te verwijderen. Veren die voorheen door andere omstandigheden al kort genoeg waren, gaan we nu ook verwijderen. Als veren, zonder ze eerst in te korten, worden uitgetrokken dan is de kans groot dat we achteraf met bloedpennen zitten. Bloedpennen zijn erg pijnlijk en de kans is dan ook groot dat deze agapornide hierdoor niet meer zal kunnen deelnemen aan de BVA show. Normaal gezien groeien slagpennen in gemiddeld acht weken weer aan en de kleinere in gemiddeld zes weken. Maar niet iedere agapornis is hetzelfde, en dus zal de groei van de veren bij de een al wat langer duren dan bij de andere. Belangrijk is dat we ten laatste twee maanden op voorhand deze veren verwijderen, anders kunnen we de BVA show voor dit jaar vergeten.
In een tweede rubriek noteren we alles over ledematen, nagels, snavel en postuur in het algemeen. Tijdens de periode van opkooien is het ook belangrijk om nagels en snavel te bekijken om te zien of deze normaal groeien. Soms kan het namelijk gebeuren dat een snavel verdikkingen vertoont of wat aangroei heeft, veroorzaakt door oudere bijtwonden. Deze verdikkingen en vergroeiingen kunnen we in de meeste gevallen wel wegvijlen of corrigeren, zodat dit weer normaal kan groeien. Voorwaarden is wel dat alles goed geheeld moet zijn.
Soms is het beter een verdikking op de snavel in verschillende fasen weg te vijlen, om te vermijden dat er tijdens het vijlen nieuwe wonden ontstaan. Als er agaporniden bij zijn bij welke een stukje nagel kwijt is, kunnen we alleen maar hopen dat deze weer snel bijgroeien.
Indien deze mocht bijgroeien, maar tijdens de laatste dagen toch nog iets te kort zou zijn, kunnen we daar wel iets aan doen. Met een vijltje kunnen we deze zo bewerken dat er een puntje aankomt, en desnoods moeten we de andere nagels een klein beetje inkorten. Zo lijkt het dan dat onze agapornis perfecte nagels heeft.
Wel moet het duidelijk zijn dat het hier om millimeter werk gaat en dat we niet een halve centimeter kunnen verdoezelen. Dit vraagt wat vaardigheid en de kunst om onze agaporniden niet teveel stress te bezorgen.
De derde rubriek gaat over het gedrag van onze agaporniden. Als we tentoonstellen is het toch beter om onze toekomstige tentoonstellingsexemplaren apart te huisvesten, zodat zij niet meer het slachtoffer kunnen worden van beten of andere ongemakken Het is normaal dat een agapornis die voor de eerste keer in een africhtingkooi wordt gezet, dit niet altijd erg op prijs stelt. Wekelijks moet geëvalueerd worden of deze zich wel of niet aanpassen aan hun nieuwe omgeving. Als na een viertal weken blijkt dat onze Miss of Mister beauty nog steeds vindt dat de kooi te klein is, dan is beter deze niet in te schakelen in ons africhtingsprogramma.
Mocht ons tentoonstellingexemplaar een partner hebben, kunnen we deze samen in een aparte kooi onderbrengen. Wel zonder nestblok, want anders zal er van tentoonstellen weinig terechtkomen. Deze kooien kunnen tentoonstellingskooien zijn, maar ik zelf prefereer een ietwat grotere kooi.
Ik gebruik kooien van 50 cm x 40 cm x 40 cm, waarvan de zitstokken verwijderbaar zijn. Deze kooi is ook groot genoeg om eventueel twee agaporniden een tijdje in onder te brengen Zo kan ik naarmate de tentoonstelling nadert de zitstokken geleidelijk aan korter bij elkaar zetten. Uiteindelijk zal de afstand overeenkomen met de afstand in een tentoonstelling kooi.
Weet dat niet alle agaporniden geschikt zijn om afgericht te worden tot tentoonstellingsagaporniden, hoe mooi ze ook ogen. Ik heb in 2003 meegemaakt hoe een slaty personatus mij het bloed onder mijn nagels heeft weggehaald door er steeds voor te zorgen dat er hier of daar wat mis ging. Mevrouw vond het bijvoorbeeld erg leuk om met haar oog tegen de tralies te wrijven tot deze echt gekwetst was. Of zo wild te keer gaan dat er een vleugelpen brak. Zelfs op de dag van het inkorven lukte het haar om een slagpen te breken. Maar daar zijn soms wel lapmiddeltjes voor om dit te verbergen voor de ogen van de keurder. Uiteindelijk is ze toch groepswinnaar geworden, maar het was tevens haar eerste en laatste tentoonstelling.
In 2004 ging ze nog heviger te keer als ze in een kleine kooi moest zitten en lukte het helemaal niet meer om haar voor te bereiden op de Lovebird Show. Hier kon ik enkel maar uit concluderen dat deze agapornis niet geschikt was als tentoonstellingsvogel, hoe hard ik ook mijn best deed om het haar echt naar haar zin te maken. Als kweekvogel daarentegen is ze een van de meest zorgzame moeders. Ik wil hier enkel maar duidelijk maken dat we realistisch genoeg moeten zijn dat niet alle agaporniden geschikt zijn voor de tentoonstelling.
De vierde rubriek is de voeding, en hier houden we bij wat we allemaal aan onze agaporniden verstrekken. De voeding gaan we nu zo gevarieerd mogelijk maken, maar wel gerantsoeneerd. Dit is nodig om onze agaporniden niet alleen in een topconditie te brengen, maar ook om andere tijdelijke gebreken zo goed mogelijk te laten genezen of verbeteren. Als basisvoeding geven we onze zadenmengeling die we normaal verstrekken. Dit vullen we regelmatig aan met groenten, fruit en mogelijke supplementen, maar alles altijd met mate.
Een agapornis kunnen we door gezonde voeding in een goede conditie brengen. Maar je moet niet verwachten dat deze twee centimeter zal groeien omdat hij nog wat te klein is. Het is dus ook nutteloos om bijvoorbeeld sommige agaporniden dagelijks een grote hoeveelheid wortelen voor te schotelen met de bedoeling om hun masker dieper rood te kleuren. Wortelen zullen misschien goed voor hun zicht zijn, maar zullen helaas geen enkel effect hebben op hun veren.
Door dit systeem van voorbereiding toe te passen ga je zelf ook merken dat je op enkele maanden tijd heel wat zult bijleren over het gedrag en de anatomie van onze agaporniden. Zo zul je een dieper inzicht krijgen over de voedingen die we kunnen verstrekken en wat het effect daarvan is op lange termijn.
Maar naarmate de tentoonstelling nadert gaan wij ook meer en meer vastberaden zijn om deel te nemen aan de BVA show. En mocht het dit jaar toch niet lukken om een mooie prijs in de wacht te slepen, dan zul je ook merken dat de drang naar de volgende BVA show al begint te kriebelen. Tentoonstellen is een levenswerk wat enkel maar vruchten afwerpt als er dagelijks aan gewerkt wordt.
Wat ik hier heb geprobeerd neer te schrijven is maar een richtlijn die je verder zelf moet uitbouwen. Zo ga je uiteindelijk een eigen systeem ontwikkelen wat gebaseerd is op je kennis, je gedrevenheid en je geduld, en dat is het grote geheim tot succes.
In de uitgave van augustus gaan we bespreken wat we de laatste weken nog gaan doen om onze agaporniden in topconditie te brengen. Zo gaan we aandacht schenken aan het klaarmaken van onze agaporniden en hun tentoonstellingskooien, bespreken we het transport naar de tentoonstelling, welke formaliteiten we in orde moeten brengen bij het inkorven en het uitkorven en vooral wat we doen als onze agaporniden weer thuis zijn.