Samenstellen & voorbereiding kweekkoppel
Vooraleer we een koppel agapornis personata gaan samenstellen, is het nodig ons de vraag te stellen welke kleur of mutatie we willen gaan kweken. Meestal is deze voorkeur een persoonlijke keuze, maar voor een beginnende kweker zal het zeker niet evident zijn om een keuze te maken uit de waaier van verschillende mutaties. Ik herinner mij nog goed toen ik besliste om te starten met de kweek van agaporniden dat het een niet eenvoudig was. Verder dan de naam “agaporniden” reikte mijn kennis niet en het eerste koppeltje dat ik op een markt kocht, waren volgens de verkoper geelpastellen. Fier als een gieter gingen ze in de kweekkooi en werd het dus spannend afwachten naar hun kweekresultaten. Maar verder dan wat schichtig door de kooi vliegen en zich hele dagen verstoppen in de nestblok kwam het niet. Ondertussen begon ik mij ook wat te verdiepen in de soorten agaporniden en hun gedragingen. Al gauw kwam ik er achter dat ik wel degelijk een agapornis had gekocht, maar dat het niet duidelijk was om welke soort het ging. Nu zou ik ze omschrijven als groenpastel/ino en een kruising van de agapornis personatus en de agapornis fischeri. Na contactname met de verkoper was het geen probleem om ze om te wisselen voor een andere koppel dat wat meer voldeed aan de beschrijving van een personatus.
Wat gaan
we aanschaffen !
Belangrijk is dus
dat we starten met een koppel dat enigszins wat voldoet aan de beschrijving van
een personatus. Dus starten met een koppel dat uiterlijk duidelijk aangeeft dat
het om een personatus gaat is toch een optie. Groen is ideaal om mee te starten
en aangezien groen een dominante vererving is, betekent dit dat alle
nakomelingen ook groen zullen zijn. Dus qua genetica en verervingen hoeven we
nog niet echt wakker te liggen. Alleen schuilt de moeilijkheid in het vinden van
een zuiver koppel wildkleur personata. Mocht je iemand kennen die deze kweekt en
bereidt is een koppeltje te verkopen dan ben je al een heel eind op goede weg .
Zuivere wildkleur betekent wel dat de kweker ervan tenminste een register kan
tonen wat aangeeft dat er al enkele generatie groenen worden gekweekt en dat er
ook enkel groene nakomelingen zijn. Maar we kunnen het ons ook wat gemakkelijker
maken en evengoed starten met een koppel blauwe personata. De blauwe mutatie is
een recessieve mutatie wat betekent dat deze onderdanig ten opzichte van de
wildkleur. Dus mocht je groen & blauw kweken dat zijn alle nakomelingen groen en
split voor blauw. Als beide personata blauw zijn dan zijn alle nakomelingen dus
ook blauw.
De agapornis personata wordt al sinds begin vorige eeuw intensief gekweekt en
dus is het niet ondenkbaar dat er ook nog andere recessieve of niet zichtbare
mutaties schuil houden onder dat blauw verenpakje. Heel waarschijnlijk bestaat
dan ook de kans dat er uit deze combinatie bijvoorbeeld een pastel blauw kan
geboren worden. Regelmatig hoor je wel dat de combinatie blauw & blauw kleine
nakomelingen zou geven en gedeeltelijk klopt dat ook. Ik zeg dus wel
gedeeltelijk want als de ouders klein zijn dan kan je moeilijk verwachten dat er
reuze personata zullen geboren worden. Enfin het levende bewijs daarvan ben ik
zelf wel .
Ik kweek zelf al verschillende jaren blauw & blauw en kleine exemplaren zijn een
uiterste zeldzaamheid.
Misschien even een geheim kenbaar maken hoe we “GROTE” blauwe personata kunnen
kweken. Waarschijnlijk verwacht je nu een of ander uiterst geheim preparaat en
een heel lijstje van anabole steroïden die onze kleine blauwe vriendjes zullen
omtoveren tot echte bodybuilding personata. Wel dan moet ik je helaas
teleurstellen want het geheim zit hem enkel in de selectie en een belangrijk
onderdeel van deze selectie is toch het gewicht van onze personatus. Het gewicht
van een agapornis personatus is gemiddeld 55 gram en dus moeten onze personata
gaan wegen. Een digitale keukenweegschaal en een kartonnen transport doosje zijn
hier de enige attributen die we nodig hebben. Weeg eerst het transportdoosje en
nadien de personatus in het transportdoosje. Breng het gewicht van het doosje in
mindering en dan heb je het gewicht van je personatus. Voor mij is het althans
heel eenvoudig : al wat beneden de 55 gr is zal spijtig genoeg niet ingezet
worden voor de kweek.. Alles boven de kilo zal waarschijnlijk weinig te maken
hebben met agaporniden. Het wegen van agaporniden is wel enkel van nut als het
om volwassen exemplaar gaat. Het is dus belangrijk bij aankoop dat onze aga een
ring aan heeft en dat de geboorteddatum bekent is. Indien geen van beide
beschikbaar is dan kan er best overwogen worden deze eerst een negental maanden
te houden zonder te kweken.
De voorbereiding van koppel duurt minstens acht weken, vooral als ze uit een volière komen en geen extra’s hebben gehad qua voeding.
Bij aankoop van een koppeltje waar je geen gegevens van hebt, is het dus best om minstens negen maanden te wachten vooraleer ze in te zetten voor de kweek. Dan zijn ze waarschijnlijk oud genoeg, gerecupereerd van het vorige kweekseizoen en vrij van mogelijk ongedierte.
Indien je aankoop
is gebeurt bij een agaporniden kweker dan zal je mogelijk al over heel wat
meer informatie beschikken en kan onmiddellijk begonnen worden met de
voorbereidingen van de kweek of de kweek zelf.
De voorbereiding van de kweek bestaat erin dat je aga’s op minstens veertien
uren daglicht zitten als ze een nestblok ter beschikking krijgen. Dus langzaam
het daglicht opbouwen is hier de boodschap. Mocht je geen info hebben over hun
vorige locatie en lichtduur dan is het best je aga’s aan te kopen als het
normale daglicht meer dan veertien uren bedraagt.
Een koppeltje dat
uit een buitenvolière komt en waar op dat ogenblik maar een achttal uren
daglicht was, zal niet gaan kweken als het plots in een omgeving wordt gebracht
waar bijna dubbel zoveel licht is. Meestal resulteert dit in een rui en zal er
van kweken de eerste weken weinig in huis komen. Goed ik weet ook dat er in de
winter in buitenvolières wordt gekweekt en dat onze gedomesticeerde agaporniden
ook kweken als er maar een minimum aan daglicht is. Maar begrijp dat het onze
bedoeling is om kwalitatief goede personata te kweken en daar zijn toch enkele
noodzakelijk voorwaarden aan gekoppeld. Een koppel dat maar acht uren licht
heeft, kan ook maar enkel gedurende die uren voeding tot zich nemen en hun
jongen voeren. Een koppel met de voorziene lichturen kan bijna dubbel zolang
voeding tot zich nemen en de jongen zullen ook heel wat meer eten ontvangen.
Het koppeltje met
jongen buiten moet ook nog eens de koude trotseren en dat vraagt heel wat
energie die via de beperkte voeding moet worden opgenomen.
Dus voor we onze aga’s een nestblok gaan geven gaan we ze eerst qua voeding voorbereiden. Indien de voeding uit een gewone zaadmengeling bestond dan zullen we nu wat extra’s moeten geven zodat onze aga’s in topconditie zijn vooraleer we ze een nestblok gaan geven. Die extra’s zijn o.a. eivoer, groente, gekiemd zaad, calcium en takken.
Eivoer : als je eivoer verstrekt, moet je wel de normale zaadportie iets minderen zodat ze onrechtstreeks verplicht zijn om eivoer te eten. Als een aga nooit voorheen eivoer heeft gehad moeten wij hem dit aanleren want uit eigen initiatief zullen ze er niet altijd aan beginnen.
Eivoer is er in verschillende merken beschikbaar en grotendeels is de kwaliteit zeer goed. Er zijn twee soorten eivoer namelijk droog en nat eivoer maar beide zijn goed als het maar wordt benuttigd door onze aga. Droog eivoer moet een beetje nat gemaakt worden tot het rul is en heel wat kwekers voegen er dan ook nog extra’s bij zoals groenten, wortelen, honing, enz… Iedere kweker heeft zijn methodes en zolang de kweekresultaten goed zijn, is er geen reden om te veranderen
Rul gemaakt eivoer
Nat eivoer is
eigenlijk kant en klaar om te geven en is vooral populair bij kwekers welke niet
in de mogelijkheid zijn om tijdens de dag vers eivoer meerdermaal te verversen.
Zowel droog als nat eivoer zijn rijk aan zetmeel, dierlijke vetten, mineralen,
vitaminen, honing, eigeel en naargelang de samenstelling ook voorzien van
gedroogde garnaaltjes, visjes en insecten.
Nat eivoer
Groenten
en fruit : groenten zoals sla, wortelen, andijvie,
bloemkool, witte kool, spinazie,broccoli en dergelijke zijn allemaal prima om
aan onze aga’s te geven. Verder zijn ook nog heel wat onkruiden die geschikt
zijn voor onze aga. Alleen moet je dan wel wat op de hoogte zijn van wat wel en
niet mag. Als fruit zijn alle soorten appels en peren geschikt maar mag niet te
lang in de kooi blijven liggen vanwege het snel optredend rottingproces. Verder
hebben we ook nog de verleidelijke avocado die synoniem staat voor liefde, lust
en schoonheid, maar op onze aga’s wel een dodelijk effect kan hebben als ze die
toch zich nemen.
Kiemzaad : het aanmaken van kiemzaad kan op verschillende wijze gebeuren en in de handel is er handige toestelletje te koop.
Kiemzaad betekent dat de kiem van het zaad zichtbaar is en niet de wortels en het loof. Indien dit wel het geval is dan is de kans heel groot op darm en kropstoornissen. Ook de voedingswaarde valt dan grotendeels weg en daar gaat het eigenlijk toch om. Gouden raad ! Gekiemd zaad moet héél goed moet gespoeld worden vooraleer het aangeboden wordt aan onze aga’s.
Foto 1
: kiemen dag 1
Foto 2 : kiemen dag 2
Foto 3 : kiemen dag 3
Calcium is nodig voor de vorming van de eischaal en wordt via het voer of andere vorm aan onze aga’s verstrekt..In de holle ruimtes van de beenderen van onze aga pop bevindt zich een kleine hoeveelheid calcium en deze dient voor de eischaalvorming. Maar deze hoeveelheid is dan ook beperkt en zal dus moeten aangevuld worden. Dit gebeurt dus ook tijdens de voorbereiding op de kweek. Door meer licht te geven gaan de poppen ook op zoek gaan naar calciumbronnen. De meeste calciumbronnen hebben een witte kleur hebben en daarom merk je al gauw dat de sepiaschelpen niet onaangeroerd blijven. Nog goede calciumbronnen zijn bijvoorbeeld grit en in de handel verkrijgbare kant klaar producten zoals Fertibol en Calcivet. Het vraagt een enorme tol van de poppen om zonder opname van extra calcium tot een goede eischaalvorming te komen. Slecht voorbereidde poppen kunnen nogal last hebben van legnood en legnood betekent het onverbiddelijke einde van het kweekseizoen.
Verse takken : takken mogen tijdens de voorbereidingsfase ook op het dagelijks menu staan en mijn voorkeur gaat vooral uit naar de wilgentakken. Deze blijven lang vers en zeker als je ze in een emmer water zet. Je zal dan ook merken dat er vrij snel wortels worden gevormd en dan kan je ze eventueel in de tuin of bloemkuip planten. Maar buiten het feit dat wilgentakken lang vers blijven is er nog aan andere eigenschap namelijk dat het bij de poppen de broeddrift opwekt. Niet omdat wilgentakken een of andere magische eigenschappen zou bezitten maar omdat de poppen graag aan takken knabbelen en dat dit eenmaal een onderdeel is bij het kweken.
Even samenvatten :
Onze eigen
volwassen kweek personata minstens acht weken voorbereiden vooraleer ze een
nestblok ter beschikking te geven.
Aangekochte exemplaren waar we geen background van hebben niet onmiddellijk
inschakelen voor de kweek.
Tijdens de voorbereidingsperiode zorgen voor extra voeding.
Takken geven zodat de poppen extra gestimuleerd worden.