Evolutie van het ei
Misschien kunnen we
het nog even hebben over de meest geschikte kweekperiode, dewelke
waarschijnlijk voor veel liefhebbers nogal verschillend kan zijn. Heel wat
liefhebbers kweken in de winter periode omdat dan de mogelijkheid bestaat om de
luchtvochtigheid en temperatuur op peil te houden. Dit kan natuurlijk alleen als
er gebruikt wordt gemaakt van een minimum aan verwarming.
Kweken in de zomer heeft dan weer het voordeel dat er geen rekening moet
gehouden worden met extra verlichting of verwarming. Iedere kweekperiode heeft
zeker en vast zijn voor- en nadelen, maar het belangrijkste is dat ons koppel
Agapornis personatus zich in ideale omstandigheden kan voortplanten.
Eens ons voorbereid koppel in de kweekkooi zit, zal het beginnen met het verkennen van de nestblok. Een broedrijpe pop gaat zeer snel over tot de bouw van het nest. Binnen enkele dagen zal dit grotendeels klaar zijn en de pop zal dan ook steeds langere periodes in de nestblok verblijven. Mocht je het geluk hebben om de paring te zien, niet dat dit zo spectaculair is, dan weet je dat een tiental dagen later het eerste eitje zal gelegd worden. Tijdens de voorbereiding op de kweek hebben we ons kweekkoppel al bijkomende voedingsupplementen gegeven en dit blijven nu we ook doen tot het einde van de kweek.
De eieren :
Gemiddeld worden er vijf eitjes gelegd en dit met een ritme van een ei om de
twee dagen. Om het mij gemakkelijk te maken, nummer ik alle eitjes. Nadien
schrijf de nummer en legdatum op het kweekkaartje, dewelke aan het nestblok
bevestigd is. Zo kan ik gemakkelijk uitrekenen wanneer het eerste eitje zou
moeten kippen. Al deze gegevens worden ook vermeld in een kweekregister en na
iedere ronde wordt alles ingegeven in het ZooEasy programma. Misschien is dit
boekhoudkundig wel veel werk, maar het is beter dan gegevens verliezen of er
helemaal geen hebben. Vergeet niet dat al deze gegevens heel belangrijk kunnen
zijn voor stamteelt, ziektes of om bepaalde gedragingen te kunnen opvolgen. Om
even terug te komen op het ZooEasy programma, met dit programma kan je alle
gegevens van je vogels eenvoudig en zorgvuldig op je computer bewaren. Een van
de vele snufjes is bijvoorbeeld dat je stambomen van alle eigen kweekvogels kan
opvragen. Maar voor meer info moet je hun website maar eens bezoeken.
Meestal begint de
pop met broeden vanaf het tweede ei, dus zeker geen zorgen maken als het eerste
of tweede eitje tijdens de eerste dagen wat koud aanvoelt. Na een tiental dagen
kan je al met een schouwlampje kijken of het eerste eitje bevrucht is. Je merkt
een rode gloed in het eitje en je ziet ook rode adertjes. Onbevruchte eitjes
blijven doorzichtig en geven een gele schijn. Een goede pop zal zelf zorgen voor
de nodige vochtigheid in de nestblok en daarom is het echt niet nodig om de
plantenspuit erbij te halen. Trouwens een plantenspuit hoort thuis in de tuin en
zal je daar veel meer diensten bewijzen.
Regelmatig verstrekken van verse takken en badwater is meer dan voldoende en
trouwens ook veel aangenamer voor ons kweekkoppel.
Je zal ook regelmatig merken dat de man of de pop zich wast en dan nat in de
nestblok verdwijnt. Een volwassen pop weet precies wat ze moet doen zodat haar
eitjes in ideale omstandigheden worden bebroed. Tijdens de broedperiode
controleer ik alle dagen de broedende koppels en na enige tijd vinden ze dit ook
heel gewoon. De beleefdheid vraagt altijd te kloppen of te bellen als we ergens
op bezoek gaan. Dus gaan we dat ook doen met onze agaatjes vooraleer we een
kijkje gaan nemen in hun slaapkamer. Sommige koppels worden dat zo gewoon dat
ze bij het eerste tikje aan de andere zijde van hun nestblok gaan zitten of
zelfs hun nest verlaten. Na een tiental dagen broeden, kunnen we met een
schouwlampje al eens kijken of er eitjes bevrucht zijn..
Kippen van de eieren :
Drieëntwintig dagen, vanaf de dag dat de pop begint te broeden, is het tijdstip
daar dat het eerste eitje en heel waarschijnlijk ook het tweede eitje kippen.
Wees ook niet ongerust als een eitje een of twee dagen later uitkomt want daar
is helemaal niets mis mee. Belangrijk is dat je tijdens het broeden voldoende
verse takken en badwater blijft geven want dit zorgt voor de juiste
luchtvochtigheid. Sommige kwekers leggen de eitjes enkele dagen voor het kippen
in een schaaltje water want dit zou bevorderlijk zijn voor het kippen. De eitjes
met levensvatbare jongen zullen ook wat bewegen in het water. Ik persoonlijk ben
niet voor deze aanpak maar ga zeker niet verkondigen dat het verkeerd is. Eieren
worden enkele dagen voor het kippen brozer zodat de eischaal gemakkelijker zal
breken wanneer het jong zijn druk begint uit te oefenen. Door ze in het water
te leggen, kan de eischaal weer wat harder worden en mogelijk problemen geven
bij het kippen. Mocht de datum van uitkomen ruim zijn overschreden, kan je er
vanuit gaan dat de eieren niet bevrucht zijn of dat er iets mis is gegaan
tijdens broeden. Wacht best met het wegnemen van de eieren tot dat het laatste
jong zou moeten geboren zijn. Zo wordt de broedcyclus van de pop niet bruusk
onderbroken en zal ze zonder problemen starten met de volgende ronde.
Even schetsen hoe een ei zich ontwikkelt van dag één tot de dag van het kippen.
Broeddag 1:
Na een twintigtal uren broeden, zou je onder een microscoop al de eerste onderdelen van het embryo kunnen zien, namelijk de hersenen en het zenuwstelsel. Ook wordt gelijktijdig het darmstelsel gevormd en verschijnen eveneens de eerste bloedcellen.
Broeddag 2:
Ontwikkeling van hart en de bloedvaten. Bloedvaatjes maken contact met het dooiervlies rond de dooier en dit is het ogenblik dat het hartje zijn eerste bewegingen zal maken. Tijdens de tweede dag gaat ook het zenuwstelsel en de hersenen heel snel groeien. Dit omdat het embryo zijn eerste signalen van de hersenen kan ontvangen om te groei in goede banen te leiden. Ondertussen gaan zich ook cellen ontwikkelen welke zorgen voor de aanleg van het skelet en de spieren. Tijdens de tweede broeddag gaan er ook belangrijke vliezen gevormd worden die zorgen dat het embryo in een ideale omgeving kan groeien. Deze vliezen zorgen bijvoorbeeld voor de gasuitwisseling, de waterhuishouding en de afvoer van de afvalstoffen.
Broeddag 3:
Deze dag worden de vliezen verder ontwikkeld en het embryo komt zo in een ruimte terecht welke gevuld is met een vloeistof. Verder ontwikkeling van hersenen, zenuwstelsel, vorming van de cloaca, ogen, geslachtsorganen en de nieren maar alles nog wel in een beginfase.
Broeddag 4:
Alle voorheen opgenoemde organen
blijven verder ontwikkelen en de eerste beenderen en spieren zijn ondertussen al
een feit worden.
Broeddag 5:
Het bloedvaatstelsel is zogoed al volledig ontwikkeld en het hart zal nu beginnen te pompen en het bloed rond sturen door heel het bloedvaatstelsel. De nieren, darmen en geslachtsorganen zijn bijna volledig ontwikkeld.
Broeddag 6:
Snavel wordt gevormd en de ledematen zijn al goed ontwikkeld en kunnen zich al gecoördineerd bewegen. Ontwikkeling van de donsveren.
Broeddag 7:
Eitand wordt gevormd en ook worden de eerste hormonen aangemaakt.
Broeddag 8:
Het embryo is bijna volledig ontwikkeld maar is nog heel klein. Vanaf nu gaat ook de verharding van het kraakbeen plaatsvinden zodat er echt bot kan gevormd worden.
Broeddag 9:
Embryo gat vanaf nu sterk in omvang beginnen toe te nemen. Misschien nog even vermelden dat het jong nog steeds geen gebruikt maakt van zijn ondertussen ontwikkelde longen maar van een embryonale long. Dit is eigenlijk een van de vliezen die tijdens de tweede dag gevormd zijn. De zuurstof komt door de eischaal en vlies fungeert in dit stadium als long.
Broeddag 10:
Alle organen zijn volledig ontwikkeld
en eigenlijk is het embryo klaar om uit het ei te komen.
Dit kan natuurlijk niet want daarvoor is het nog veel te klein. Vanaf dag 10 tot
de dag van het uitkomen gaat het embryo verder uitgroeien, wordt de
longademhaling voorbereid.
Broeddag 11 tot 20:
Verdere vorming van het beendergestel. Het eiwit en de dooier zijn bijna helemaal verbruikt en daardoor is er ook steeds meer plaats voor het groeiend embryo. Op de twintigste dag is het embryo volledig volgroeid en begint zich nu voor te bereiden op het uitkomen.
Dag 21 tot 22:
Vanaf dag 21 of 22 zal onze ongeboren Agapornis personatus beginnen met de snavel tegen de binnenkant van de luchtzak te duwen. Vanaf het ogenblik dat ons jong daar een gaatje induwt zal het overgaan op de echte long ademhaling. Op dit ogenblik worden ook de bloedvaten, die verbonden zijn met de vliezen dichtgeknepen. Vervolgens gaat het jong nu proberen de eischaal te breken met zijn eitand. Ondertussen wordt ook het resterend eigeel naar binnen getrokken hetgeen zijn lunchpakketje is tijdens de dag van zijn geboorte.
Dag 23:
Als er voldoende gaatjes zijn gemaakt in de eischaal zal het kuiken proberen met vleugels, pootjes en nekspier druk uit te oefenen en zal zo een kapje van de eischaal te openen.
Je ziet dat alle dagen heel belangrijk zijn en dat mogelijke invloeden van buitenaf soms beslissend kunnen zijn of ons embryo levensvatbaar blijft of niet.
Wat kan er mis lopen tijdens de broedperiode
Als de pop om een
of andere reden gestoord wordt en ze het nest tijdelijk verlaat, kunnen de
eieren afkoelen. Dit houdt in dat er bepaalde procédés van het broeden worden
verstoord met als gevolg dat het embryo afsterft of gebreken vertoont als het
geboren wordt.
Verder kan de man ook vervelend doen en de pop storen tijdens het broeden.
Sommige mannelijke aga’s houden ervan om hun popje wat kaal te plukken op de
kop. Of hun pop regelmatig van het nest te jagen omdat ze met hun hormonen geen
blijf weten. Evalueer alles constant en grijp in als de situatie blijft
aanhouden. Soms is het nodig op een koppel uit elkaar te halen of zelfs
definitief uit te sluiten voor de kweek.
Als de luchtvochtigheid dermate hoog is en dat het vocht ook niet op een natuurlijke manier kan verwijderd worden, bestaat de kans dat het ei te veel vocht zal opnemen.
Door het vele vocht
in het ei zal het embryo uiteindelijk verdrinken. Je kan toestellen plaatsen om
het vocht aan de lucht te onttrekken en verwarmen om de omgevingstemperatuur te
verhogen.
Een te droge omgeving en hoge zomerse temperaturen zijn ook niet ideaal voor de
eitjes.. Temperatuur kan verlaagt worden door ramen of lichtdoorlaatbare daken
af te dekken.
Om te hoge luchtvochtigheid of te droge omgeving een beetje bij te sturen, zorg
dan voor een constante toevoer is van verse lucht.. Dagelijkse de kweekruimte
goed verluchten, is een must zowel in de zomer als in de winter. Alleen zorgen
dat er geen rechtstreekse tocht op de aga’s terecht komt. Ik heb een
luchtroostertje geplaatst zodat er altijd constante aanvoer is van verse lucht
maar dagelijks wordt de deur even extra open gezet. Misschien vervelend voor
de warmte die in de winter verloren gaat, maar een kwartiertje luchten, zal
zeker de rekening niet maken. Tenslotte verluchten kost niets en de kweek zal er
goed bij varen.
De opgroei van de jongen :
In het algemeen zal een pop alles doen
om haar jongen de beste zorgen te geven. Alleen moeten wij ze de middelen geven
om dit te kunnen bewerkstelligen. Geef dagelijks vers eivoer, een goede
zaadmengeling en niet te vergeten sepia schelpen. Sepia is een bron van calcium
hetgeen de pop en de jongen in overvloed nodig hebben. Zo kan de pop constant
haar calcium behoefte aanvullen en dit is vooral belangrijk als er sprake is van
een tweede ronde.
Als de jongen rond de veertig dagen oud zijn, zal hun nieuwsgierigheid toenemen en gaan ze pogingen ondernemen om het nestblok te verlaten. Hun pogingen worden ook aangespoord door de ouders die tijdens de dag hun jongen niet meer zullen voeren. Zo worden ze dus een klein beetje verplicht hun nest te verlaten zodat ze zelf hun kost moeten verdienen. Wel worden ze nog even voor het slapen gaan gevoerd maar zelfs dat zal langzaam afgebouwd worden. Als het laatste jong vijftig dagen oud is dan kunnen ze verwijderd worden van de ouders. Sommige jongen kunnen al vroeger gespeend worden als je merkt dat de jongen al zelfstandig eten.
Wat kan er mis
lopen tijdens de kweek.
Een pop zal zelden
haar jongen in de steek laten. Indien dit toch gebeurt, dan was de pop
onvoldoende voorbereid op het kweekseizoen. Misschien was ze wat te jong ofwel
iets te oud.
Veel te jonge poppen hebben meestal problemen met het voeren en weten soms niet
hoe ze een jong moeten voeren of voeren heel onregelmatig. Te jonge poppen
hebben soms ook de aard om na een drietal weken de beslissing te nemen om een
nieuw gezin te stichten. Ze beginnen dan nieuw nestmateriaal aan te brengen en
laten hun jongen dan gewoon aan hun lot over.
Jongen kunnen ook aan hun lot overgelaten worden als ze bezoek krijgen van
ongewenste gasten zoals bloedmijten, muizen of door andere vervelende schepsels.
Gezien het leeftijdsverschil tussen de verschillende jongen soms tien dagen kan
zijn, zorgt de pop er toch voor dat het laatste uitgekomen jong, het eerste eten
krijgt. Het beste is natuurlijk dat er niet meer dan vijf jongen zijn. Bij
kweekkoppels die meer dan vijf eieren leggen, bestaat de kans dat de laatste
uitgekomen jongen platgedrukt kunnen worden door de oudere jongen. Je kan dit
vermijden door tijdig wat eieren weg te nemen en deze eventueel te verleggen.
Desnoods kan je de laatste uitgekomen jongen bij een ander koppel onder
brengen. Dit kan natuurlijk enkel als het adoptie koppel op het zelfde ogenblik
van start is gegaan met de kweek.
Jongen moeten in de beste omstandigheden kunnen opgroeien zodat ze achteraf
gezond en wel op hun eigen poten kunnen staan én om enkele maanden later
probleemloos de jeugdrui te overwinnen. Een kille, vochtige omgeving,
onvoldoende warmte of te weinig licht hebben met zekerheid negatieve invloeden
op de jongen. De kans is dan ook groot dat ze altijd zwak zullen blijven en dat
de aankomende jeugdrui een harde dobber zal worden.
Een ander probleem
is dan de pop of man hun jongen plots beginnen te plukken. Hiertegen is soms
weinig te doen. Je moet er alleen voor opletten dat het plukken niet ontaard in
bloederige taferelen. Koppels welke dit doen, moeten definitief worden
uitgeschakeld voor verdere kweek.
Bij het plukken kan je verschillende middelen, die in de handel verkrijgbaar
zijn, op de jongen aanbrengen en dan hopen dat ze stoppen met plukken. Probeer
vettige crèmes of oliën te vermijden want dan worden de nestblok en de jongen
binnen de korstte keren heel smerig en plakkerig. Ik gebruik een middel tegen
nagelbijten en smeer deze op de jongen. Tot op heden heeft dit bij
verschillende poppen al succes gehad, waardoor de jongen niet meer verder werden
kaal geplukt. Realiseer u dat de pop eerst nog wel enkele dagen zal proberen te
plukken, maar de verschrikkelijke slechte smaak zal de pop doen beseffen dat
jongen plukken een vieze smaakt heeft. Sommige poppen zullen ondanks de slechte
smaak van geen ophouden weten en dus rustig verder hun jongen plukken. De beste
raad die ik kan geven bij plukken is : gebruik je verstand en neem tijdig je
verantwoordelijkheid als je ziet dat het van kwaad naar erger gaat.